Ze fietste over de lange zandweg naar de boerderij. In het mandje aan haar stuur tikte de melkflessen tegen elkaar. Handig ontweek ze de kuilen. Dirk zou er toch echt iets aan moeten doen voordat de melkflessen een keer kapot gingen.
Ze stapte van haar fiets toen ze op het erf kwam, de modder was te diep. Het mandje met boodschappen haalde ze van het stuur en ze liep naar de achterdeur. ‘Dirk,’ riep ze omdat ze haar man in de schuur verwachtte. Maar de koeien in de wei waren de enigen die haar antwoordden.
Bij de geul die hij aan het graven was lag de schop met gebroken steel, een klomp dobberde in het water. Dirks trekker stond in de schuur, waar was hij toch?
Ze liet haar modderige laarzen bij de deur staan en zette de melk in de koelkast. Op kousenvoeten liep ze snel de gang in en riep nog een keer. Maar Dirk was nergens te bekennen.
Toen ze de rest van de boodschappen uit de fietstassen had gehaald en in de kast had gezet, zette ze de ketel op het vuur. Het bestek schoof in de lade heen en weer toen ze geïrriteerd de lade te hard dicht deed. De tafel was gedekt, maar Dirk was er niet. Hij wist toch dat er om één uur gegeten werd! De fluitketel doorbrak de stilte en ze goot het hete water in de theepot. De theeblaadjes dwarrelden door de buik van de pot. Rika blikte op de klok: tien over één. Ze keek door het keukenraam, maar het erf was leeg. Nadat ze de gehaakte eierwarmers op de gekookte eieren had gedaan, liep ze door het huis om Dirk te zoeken.
Zuchtend ging ze aan tafel zitten en schonk zich een dampende kop thee in. Geen briefje. Geen woord waar hij heen was. Hoe langer ze zat, hoe giftiger ze werd en hoe dikker de plakjes worst voor op brood werden. Dirks favoriete worst. Dat zou hem leren! Maar na haar tweede kop thee en derde boterham begon er iets te knagen. Dirk was nog nooit weg gegaan zonder iets te zeggen.
Terwijl ze onder de afwas naar buiten keek, viel haar blik op de gebroken schop die naast de geul lag die Dirk had gegraven. Ze veegde haar vochtige handen af en hing de theedoek aan het rekje voordat ze naar buiten ging. De modder zoog aan haar voeten, enkele spetters belandden op haar rok. Ze begon met een nieuwe schop het zand terug te gooien in de geul. Zag ze daar nu iets glinsteren? Rika schudde haar hoofd, de melkkoeien moesten er zo langs om gemolken te worden. Het zand gleed van de schop en vulde de geul tot deze dicht was.
Het was al avond toen Rika door het keukenraam de volle maan zag. Het koele licht scheen op de dichtgegooide geul en Dirks ene klomp. Haar hart sloeg over: de waterval! Met trillende vingers belde ze de politie, ‘Dirk is…vermist, agent Van Jans!’.
©2015 Ursula Visser