John Water is niet de ideale schoonzoon, verre van. Hij heeft een hekel aan alles dat mens is.
De basis van Evolutie is ontstaan toen ik in Engeland langs de stenen muurtjes reed die de weilanden afbakenen. Midden in het weiland zag ik de restanten van een bos met dichterbij een poort die toegang gaf tot het land. Ik dacht: Wat zou er gebeuren als hier een ruimteschip zou landen? Wie zouden daarin zitten en wat komen zij doen?
Al gauw borrelde John Water naar boven, achter zijn donkere uiterlijk, mysterieuze blik en duistere gedachten schuilt een onbekende achtergrond. Op het moment dat hij geboren wordt, weet hij dat hij niet thuishoort in dat kleine, weerloze lichaam. Dat is de beginscène van het boek.
Het geeft het antwoord tot het ‘waarom landt een ruimteschip hier’. John is anders dan anderen. De flaptekst geeft al een hint:
“Wanneer iemand hem vertelt dat hij het resultaat is van een experiment tussen twee werelden, begint zijn altijd aanwezige zekerheid voor het eerst af te brokkelen.”
Ik heb hem een antwoord gegeven waarom hij anders is, maar ook een dilemma, een uitdaging, en als lezer wordt je – net als John – meegenomen in de speurtocht naar zijn oorsprong.
Juist het feit dat hij eigenschappen heeft die niet van deze planeet zijn, schepte voor mij mogelijkheden. Wat zijn die eigenschappen en wat doet John er mee? Hoe kan het dat hij zo menselijk is, en toch anders? Ik heb hem een beetje van twee werelden gegeven, hoe dat uitpakt?
Ontdek het zelf in Evolutie.