Lang geleden begon ik met het schrijven van kleine verhaaltjes en gedichten. Ik vond het leuk om te doen. De wereld die ik creëerde met mijn woorden was van mij, kwam uit mijn verbeelding en ik kon er mee doen wat ik wilde.
Toch is er een periode geweest dat ik nauwelijks schreef. Afgezien van wat korte verhalen belandden de meeste hersenspinsels in de prullenbak.
Tot ons sabbatical jaar in 2004. De website die ik bijhield met al onze avonturen werd druk bezocht. De schare mensen die zeiden dat ik iets moest doen met mijn schrijftalent groeide. Dat was ook de reden dat ik het boek Leven uit een Koffer heb uitgebracht. Ik realiseerde me dat er nog geen reisboek bestond dat beschreef hoe je een jaar rondreist met het openbaar vervoer.
Nadat ik de verhalen had herschreven, heb ik het in eigen beheer uitgegeven bij Free Musketeers. Het concept was in 2006 anders dan nu. Toen kon je alleen gratis een boek uitgeven via POD, als je 80 adressen kon aanleveren van mensen die je boek wilden kopen. Daaraan kon ik niet voldoen, mede omdat ik niemand wilde ‘verplichten’ om mijn boek te kopen.
De kosten voor het uitgeven van het boek waren veel hoger dan het aantal boeken dat er verkocht zijn. Daar kon ik mee leven, het was ook niet mijn doel om ‘geld te verdienen’ aan het boek. Het delen van onze reiservaring was het doel.
Van manuscript naar boek.
Pas in 2011, toen ik begon met het volgen van cursussen ben ik echt meer gaan schrijven. Ik maakte er tijd voor vrij en de eerste pagina’s van Het Atria Project (toen nog titelloos) stonden eindelijk op papier.
Ik heb eerst gezocht naar een uitgever toen het manuscript af was. Maar na de zoveelste afwijzing met als reden dat er voor Nederlandse debutanten bijna geen budget is en dat men liever kiest voor een buitenlandse vertaling, ben ik me gaan oriënteren op de markt om ook mijn tweede boek uit te geven in eigen beheer.
Aangezien mijn eerste boek (Leven uit een Koffer) in 2006-2007 is uitgegeven en er sindsdien erg veel is veranderd in de POD wereld, moest ik wel eerst goed rondkijken. Uiteindelijk ben ik uitgekomen bij Brave new Books. Hun concept sprak me aan en het uiteindelijke resultaat mag er zijn.
Natuurlijk is er nog veel meer gebeurd tussen de eerste zin op papier en het uiteindelijke boek. Een boek schrijf je niet zomaar. Het allereerste idee voor Het Atria Project ontstond eigenlijk al tijdens onze reis in Australië. Het rode centrum was de inspiratie voor de eerste zin. Langzaam begon het verhaal vorm te krijgen in mijn hoofd.
De eerste zin op papier was: ‘Aan de eindeloos lijkende lange rechte weg staat aan de linkerzijde een wegrestaurant met benzinestation.’
Je kunt veel over die eerste zin zeggen. Te veel bijvoeglijke naamwoorden. Maar aan de andere kant zijn het juist die woorden die het totale plaatje scheppen. Wat zie je voor je als je deze zin leest? Maakt het iets uit of je ooit in Australië bent geweest of niet? Die zin was de aanzet tot de eerste scene van het manuscript. Toen ik eenmaal begon met schrijven in 2011, werd het verhaal groter en complexer dan ik had gedacht.
Ik heb nooit op de schrijversvakschool gezeten, maar de cursussen (van docenten van de schrijversvakschool) hebben me zeker op de goede weg geholpen. Ik heb mijn eigen stijl ontdekt. Vertel op mijn eigen manier en heb ontdekt dat het vertalen van de plaatjes die ik in mijn hoofd had, best lastig is op papier. Je hebt het vast zelf ook al een keer gehad. Je zegt iets, maar een ander begrijpt je niet. Jij hebt een helder plaatje in je hoofd, maar op de een of andere manier komt het in woorden niet zo over als je bedoeld. Zo heb ik het ook ervaren. Het vertalen van het verhaal in mijn hoofd naar woorden op een pagina, is een heel leerproces geweest.
Daarom zijn proeflezers ook zo belangrijk. Zij weten helemaal niets van het verhaal. Kennen de personages niet zoals ik ze ken. Een frisse blik en een dosis feedback zorgden voor een herschrijf ronde, en nog een ronde.
In 2013 heb ik Het Atria Project door een professioneel bureau laten redigeren. Dat resulteerde in weer een paar herschrijfrondes. En iedere keer werd het manuscript sterker. Van de 110.000 woorden die het oorspronkelijke manuscript telde, zijn uiteindelijk 98.951 woorden over gebleven. Dat zijn heel wat weg gegooide A4-tjes!
Toen ik vond dat mijn manuscript af was heb ik een proefdruk laten maken. Dat is nog eens doorgelezen door twee lezers, één ervan heeft meer dan 15 jaar ervaring bij een drukkerij/uitgever. Wederom heb ik een paar verbeteringen toegepast. Uiteindelijk was het écht af en heb ik via Brave new Books ‘Het Atria Project’ uitgeven.
Sinds mei 2013 ben ik al aan het tweede deel begonnen. Een vervolg op Het Atria Project. Nu Het Atria Project af is, richt ik mij weer op deel twee en op het schrijven van korte verhalen. Op mijn blog te lezen onder ‘500’.
Om op de titel van deze blog terug te komen: ‘Een boek schrijven. Klinkt het niet gemakkelijk?’. Ja, het klinkt gemakkelijk. Maar schrijven is te vergelijken met een ijsberg: je ziet alleen het deel dat boven het water uitkomt (het voltooide product), onder de waterlijn zit echter al het werk dat de schrijver heeft verricht. Naast het schrijven, herschrijven en corrigeren zit ook veel tijd in research. Urenlang heb ik op het internet gezocht naar feiten om delen uit mijn verzonnen wereld te onderbouwen. Hoe meer research ik deed hoe beter ik de scenes kon vertellen, hoe geloofwaardiger ze werden.
Bedenk eens, als je een boek in de (web)winkel ziet en je vind de prijs aan de hoge kant, wat de schrijver allemaal heeft gedaan om dit eindproduct te maken.