Zacht krakend ijs, aan de kanten smeltend door de zon.
De overkant van het meertje zo dichtbij alsof je het springend halen kon.
Riet dat fier overeind staat, met als getuige de nog kale bomen.
Schaduwen op het gras samen met blaadjes die uit de lucht zijn gekomen.
Witte wolken als zachte penseelstreken op het blauwe doek.
Hier vind ik de rust die ik zoek.
Turend naar de horizon, waar de wieken wachten op de wind.
Wie had gedacht dat ik zo dichtbij huis, zo’n mooi plekje vind.