Lisa’s wacht.

Geschreven: 2011.

© Ursula Visser

Opmaak: in Word (opmaak wordt niet goed overgenomen).

De opdracht:

De hoofdpersoon in deze tekst maakt een ongewone dag mee. Laat de lezer merken dat hier iets bijzonders aan de hand is. Maak gebruik van bijvoeglijke naamwoorden, beeldspraak, opsommingen, schuw desnoods uitroeptekens niet! Blijf echter voortdurend opletten dat het niet uit de hand loopt of potsierlijk wordt. Schrijf een verhaal van 500-1500 woorden.

Het blonde koele zand kriebelde tussen Lisa’s tenen terwijl ze alleen stond op het lange smalle strand. Starend in de verte, haar ogen diepe poelen vol herinneringen die ze met alle macht probeerde vast te houden. Aan de horizon nam de zon uitbundig afscheid van de dag met een bloedrode gloed, die weerkaatste tegen de donkere strepen achtergebleven wolken van de voorbijgetrokken regenbui. Ze inhaleerde de schone zeelucht en de minuscule druppels van de verdampende regen. Een vreemde mengeling van zout en zoet. Haar gezicht uitdrukkingsloos en strak als een biljartlaken.

De levenslustige zeemeeuwen tuimelen krijsend door de lucht, duikend in de branding en dan weer omhoog om daarna te landen op het door de vloed kleiner wordende strand. Ze was er blind voor. Ze stond daar. Bewegingsloos, stil, statig. Wachtend op het einde van deze lange, lange dag.

De laatste stralen van de zon schenen op haar hartvormige gezicht als lange vingers, troostend, maar haar uitdrukking veranderde niet. Ze stond hier, maar ze was er niet! Teruggezogen in een andere wereld met de warme herinnering van gisteren. Ze zou wachten totdat de nacht was gevallen, de temperatuur gezakt en ze zo moe was dat haar lange lenige benen haar niet meer konden dragen. Zij zou blijven, wachtend, hopend, gelovend.

Ze sloot haar ogen, wiegend op de frisse bries die plotseling opgestoken was uit het noorden. Haar lichaam reageerde op de snel dalende temperatuur met rechte rijen kippenvel, die zich in golven verspreidde over haar lichaam, totdat er geen haartje meer lag. Haar lichaam leefde, protesteerde en verlangde naar rust, maar ze gaf niet toe, negeerde de tekenen, haar gezonde verstand weggedrukt in een hoekje van haar geest.

Toen de nacht al lang was gevallen als een donkere deken over het land, en de sterren verschenen alsof ze met losse hand in de hemel waren gestrooid, bezweken haar benen. Ze viel neer op haar knieën maar wist van geen wijken, haar donkere ogen bleven gericht op de zee. De schuimende golven knabbelden aan de zoom van haar jurkje, dat als een bloemige waaier om haar benen lag en het vocht absorbeerde als een dorstige reiziger in de woestijn. Langzaam maar zeker nam de zee bezit van het strand, met ritmische bewegingen, totdat haar benen waren verdwenen onder de zoute golven.

Haar sierlijke handen hield ze gevouwen in haar schoot. Haar fragiele schouders bogen langzaam naar voren.
Blijf wakker! Haar oogleden vlogen weer open. Ze rechtte haar smalle rug. De horizon vervaagde.
Blijf wakker! Haar benen gevoelloos en zo koud als de zee. Ze proefde het zout op haar prachtig gevormde lippen. Ze boog haar vermoeide hoofd.
Blijf wakker! Haar hoofd schoot omhoog. Haar beenspieren verkrampten. De pijn schoot als een lans door haar lichaam. Het kon haar niet schelen. Blijf wakker!
De zee trok zich terug en ze ging liggen, haar lichaam was te uitgeput om iets anders te doen. Maar haar donkere ogen bleven open en op de horizon gericht. Ze bleef wachten en hopen tegen beter weten in. Haar liefde voor hem brandde warm in haar lichaam, verwarmde haar van binnen uit.

Hij zou het ook doen. Voor haar. Blijf…wakker….

Ze vonden haar de volgende morgen, bij het krieken van de nieuwe dag. De oude vissers die met hun vistuig de branding af liepen op zoek naar een vangst. Ze leek vredig te slapen in haar vrolijke bloemetjesjurk, op het blonde zand van het smalle strand. Haar lange lenige benen waren gestrekt en haar armen gevouwen, haar ene hand ondersteunde haar mooie gezicht.

De oude vissers knielden geschrokken aan weerskanten bij haar neer, hun vistuig vergeten op het zand. Eén van hen streek met trillende knokkelige vingers haar lange krullende donkere haar uit haar gezicht. Ze voelde steenkoud aan en haar prachtige lippen waren zo wit als haar mooie gezicht. Haar donkere ogen verborgen achter haar kleurloze oogleden met prachtige krullende wimpers. De oude visser zuchtte vol spijt, misschien hadden ze haar kunnen redden als ze eerder waren geweest.

Een gedachte over “Lisa’s wacht.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.